De wereld doet van alles
Het weer is één van de meest gebruikte metaforen door mij. Soms schijnt de zon, soms regent het. Het is koud of warm, grijs of stralend en niets kunnen we er aan doen. Het weer komt en gaat zoals het komt en gaat. Dat we het hebben te doen met het weer zoals het komt betekent niet dat dat weer niets met ons doet. Vaak vinden we wel iets van het weer. Soms genieten we er van en soms verafschuwen we het. Soms nodigt het weer ons uit om de dag te begroeten en soms is het zo grijs dat we het liefst ons bed weer inkruipen. We stemmen ons ook af op het weer. In de zomer gaan we niet met een dikke warme winterjas lopen en in de winter niet in ons zwembroek op het strand liggen. Als het regent doen we een regenjas aan of zetten een paraplu op. Het weer mag zichzelf zijn en daar hebben we het gewoon mee te doen.
Hoe anders is het gesteld met de mensen om ons heen. Meestal vinden we daarvan helemaal niet dat die mensen mogen zijn wat ze zijn en doen wat ze doen. Hoe vaak willen we wel niet dat iets of iemand het in onze omgeving anders had gedaan. Of dat iemand iets gewoon niet mag doen. Kortom, we hebben grote moeite om de mensen om ons heen te accepteren zoals we ook het weer accepteren.
Stel je nou eens voor dat het regent en jij hebt daar vandaag geen zin in. Zeg je dan ook tegen het weer “Ik wil je nooit meer zien”? Een grote fout die we daarbij maken is dat we de dingen veel te veel op onszelf betrekken waardoor we eigenlijk de wereld zijn vrijheid ontnemen om te zijn wie ze is. Stel je nou eens voor dat ik tegen jou zou zeggen “Je bent een Porsche”. Waarschijnlijk ga jij dan alle eigenschappen die je van een Porsche kent op jezelf betrekken om te kijken of daar enige waarheid in zit. Je vraagt je af “ben ik snel?” of misschien “ben ik blits?”. Terwijl je ook zou kunnen bedenken dat het helemaal niet om jou gaat maar om een projectie van mij naar jou. Stel je nou eens voor dat ik tegen jou zou zeggen “je bent een zonnetje”. Misschien dicht je jezelf dan wel allerlei vrolijke eigenschappen toe. Maar uiteindelijk is dat nog steeds mijn projectie. En als jij jezelf dan allerlei mooie beelden toedicht, dan ga je met mijn projectie aan de haal. Het is hetzelfde alsof jij aan de regen hebt vastgekoppeld dat je dan depressief bent. Iedere keer als het regent wordt jij dan depressief. Terwijl die regen gewoon regen is.
Hoe meer je in staat bent om de wereld om je heen te ervaren als de wereld om je heen (zoals het weer) des te beter je in staat bent om te luisteren naar diezelfde wereld om je heen. Stel je maar eens voor dat iemand iets lelijks tegen je zegt. Je hoeft je niet gelijk te verdedigen, je hoeft het niet te ontkennen, in de tegenaanval te gaan of weg te rennen. Je wordt ook niet in de steek gelaten. Het is gewoon regen die naar beneden komt. Dan kun jij vervolgens in alle vrijheid bepalen wat je daar mee wilt. Blijf je binnen vandaag? Doe je een regenjas aan? Of mag je gewoon nat worden?