Vertrouwen
Vertrouwen speelt een grote rol in ons leven. Zowel in onze relaties als naar onszelf toe. Vertrouw je die verkoper die je wat probeert te verkopen? Vertrouw je je baas dat hij of zij het beste met je voor heeft? Vertrouw je je partner? Vertrouw je jezelf?
Wat gebeurt er als je tegen de grenzen van vertrouwen aan loopt? Als blijkt dat die verkoper, je baas, je partner of jezelf toch niet te vertrouwen was?
Vertrouwen heeft daarmee een grote impact op ons leven. In deze nieuwsbrief vindt je een aantal artikelen rondom vertrouwen. Dit artikel is geenszins een afgerond geheel maar vooral bedoeld om je aan het denken te zetten. Om je te prikkelen eens na te denken over de rol die vertrouwen in je leven speelt en hoe dat voor jou in elkaar steekt.
Vertrouwen is je bereidheid om gekwetst te worden
Kwetsing komt altijd en overal voor. Soms moedwillig, meestal volkomen onbedoeld. Als jij bang bent om gekwetst te worden. Dan zal je de wereld buiten houden. Dan rest je niets anders dan jezelf af te sluiten voor die wereld. Dan je af te schermen voor de wereld. De deur dicht te doen voor de mensen om je heen. Want iedereen is in potentie een gevaar. Zelfs voor je grootste liefde zal er dan diep in jou een reserve zijn.
Dat heeft allemaal niets met die wereld buiten jou te maken. Jij kan misschien wel vinden dat de wereld je gekwetst heeft en dat uiteindelijk nog wel eens zal doen, maar is dat dan een goede reden om op een eiland te gaan zitten? Die wereld heeft je niet op een eiland neergezet, maar jij bent daar gaan zitten. Je kan misschien wel vinden dat de wereld je vertrouwen zal moeten verdienen, voordat jij jezelf weer kunt geven, maar uiteindelijk zit jij alleen op een eiland en gaat de wereld gewoon door met te zijn wie zij is. En jij zou ook niet gelukkig zijn als die wereld zich anders zou voordoen dan wie zij in werkelijkheid is. Want dat is eigenlijk waar jij om vraagt. "Als je mij niet kwetst, dan kan ik je vertrouwen en kom ik weer tevoorschijn". Maar die wereld kwetst nou eenmaal. Dat is hoe de wereld in elkaar zit. En hoe meer jij bereid bent om gekwetst te worden, hoe meer je in staat zult zijn om in de wereld te zijn. Om relaties met de mensen om je heen aan te gaan. Zonder daar voorwaarden aan op te leggen, Zonder dat je iemand vraagt om zich anders voor te doen dan hij of zij in werkelijkheid is.
Dat betekent overigens niet dat het hebben van vertrouwen in deze context, dat wil dus zeggen het bereid zijn om gekwetst te worden, een soort van SM-missie is. Dat je je ogen sluit voor het leven om je heen en er voor gaat om gekwetst te worden. Zelfs als je vertrouwt en bereid bent om gekwetst te worden kun je nog steeds je ogen open houden voor de waarheid van het leven. Je kunt nog steeds die verkoper herkennen die probeert je een apparaat te verkopen dat je eigenlijk niet wilt hebben.
Het is zelfs zo dat je meer aandacht voor de waarheid van het leven om je heen kunt hebben als je niet meer afgeleid wordt door je eigen bespiegelingen daarover. Is die verkoper wel of niet te vertrouwen? Het maakt niet uit. Wil jij dat apparaat hebben voor die prijs? Klopt datgene wat de verkoper beweert? Het stellen van deze vragen en het vinden van antwoorden daarop stelt je in staat een veel helderder beeld te ontwikkelen en je eigen keuzes te maken. Onafhankelijk van vertrouwen.
Vertrouwen is het toestaan van de onvolkomenheden van de ander
Om vertrouwen te begrijpen, is het nodig om te kijken naar wat niet vertrouwen betekent. Niet vertrouwen betekent in eerste instantie angst. Je bent bang voor wat de ander of de wereld zal doen met wat jij aan de ander of de wereld geeft. Of je bent bang voor wat die ander of de wereld aan jou zal geven. Dat die ander of de wereld je pijn zal geven.
Vertrouwen gaat over interactie. Interactie met een ander, met je omgeving, je vrienden, je collega's, je familie en zelfs een totaal vreemde. Je ziet iemand 's avonds over straat lopen en je denkt "die vertrouw ik niet". Waardoor ontstaat een dergelijke gedachte? Je hebt niets met die wildvreemde die 's avonds laat over straat loopt. En toch vertrouw je die niet. Dat niet vertrouwen heeft niets met die ander te maken. Dat is slechts gebaseerd op beelden, ervaringen en gedachten die jij er over hebt. Misschien heb je in de krant gelezen dat er veel tasjes geroofd worden in de buurt waar jij nu 's avonds laat loopt, en voldoet die wildvreemde wel aan het beeld dat jij van een tasjesrover hebt. Dus zou je tasje geroofd kunnen worden. En vertrouw je die wildvreemde niet. De angst voor wat die ander met je zou kunnen doen.
Een andere factor die hierin meespeelt is dat je misschien niet bang bent dat jouw tasje geroofd wordt (of misschien heb je helemaal geen tasje) maar vertrouw je die wildvreemde niet omdat die wel eens het tasje van een ander zou kunnen roven. Dan ga je ontdekken dat vertrouwen niet alleen gaat over diegene die gekwetst gaat worden, maar vooral ook gaat over dat mensen iets anders kunnen doen dan jij wenselijk vindt. Dat er in jouw ogen onvolkomenheden zijn.
Als je partner onvolkomenheden mag hebben, dan kun je vertrouwen. Dat betekent niet dat jij geen grenzen hebt. Als vreemdgaan voor jou niet OK is, dan kun je duidelijk over die grens vertellen. Dat heeft niets met vertrouwen te maken. Als jij van je partner bedenkt dat hij of zij toch wel eens vreemd zou kunnen gaan, of sterker nog, zelfs vermoedens hebt dat je partner vreemdgaat, dan kan je daar maar beter over praten. Je grenzen uitspreken, je gedachten uitspreken, je vermoedens uitspreken. Dat heeft niets met vertrouwen te maken. Als je het in een dergelijke situatie wel over vertrouwen gaat hebben, dan wordt dat een begrip waar jullie allebei niets mee kunnen.
Als je bereid bent de onvolkomenheden van de ander te zien, dan kun je regeren over je leven op basis van jezelf en de onvolkomenheden die je ervaart. Je hoeft je er niet meer voor af te sluiten.
In vertrouwen maken we ons afhankelijk
Veelal is vertrouwen iets dat we op basis van het gedrag en onze ervaringen met een ander geven. We moeten eerst iemand leren kennen. Weten hoe hij zich gedraagt, hoe hij over de dingen denkt, hoe hij reageert, etc. Pas dan kunnen we iemand vertrouwen. Eigenlijk moet die ander laten zien dat hij of zij aan het verwachtingspatroon voldoet dat ik van hem of haar heb. Als dat zo is kan ik iemand anders vertrouwen. Als ik denk dat jij A gaat doen en je doet ook inderdaad A, dan kan ik je vertrouwen. Als ik denk dat je A gaat doen en je doet B, dan wordt het moeilijker om je te vertrouwen.
Het gedrag van een ander loopt dus vooruit op het vertrouwen dat hij/zij krijgt. Het is iets dat we pas geven als die ander het verdiend heeft. Vandaar ook het gezegde "vertrouwen moet je verdienen".
Dat is een vreemd weggetje dat we daar gaan. Want wij baseren ons handelen op vertrouwen. Het vertrouwen dat we aan een ander geven. En eigenlijk baseren we ons handelen niet op onszelf, maar op het gedrag van de ander. Doordat we ons vertrouwen afhankelijk maken van het gedrag van de ander geven we eigenlijk ook de regie uit handen. Want of we nou wel of niet iemand vertrouwen is niet iets dat je zelf bepaalt, maar word bepaald door het gedrag en de houding van de ander. Je bent totaal afhankelijk geworden.
Om onze eigen afhankelijkheid toch nog een beetje te beheersen, proberen we invloed op die ander uit te oefenen. Door expliciet of impliciet aan te geven op basis van welk gedrag wij iemand vertrouwen, proberen we die ander het gedrag te laten vertonen dat wij zelf goedkeuren. Daarmee misbruiken we vertrouwen. We manipuleren onze omgeving ermee. Eigenlijk is dat uitermate agressief.
En op basis van de aan- of afwezigheid van vertrouwen baseren we weer ons handelen.
Zelfvertrouwen
Zelfvertrouwen. Misschien wel het ingewikkeldste begrip rondom vertrouwen. Of het meest intieme begrip rondom vertrouwen. Of het begrip dat het dichtst bij jezelf komt. Wat is dat eigenlijk? Is vertrouwen in jezelf hebben bijvoorbeeld gelijk aan weten dat je iets kunt? Waarom hebben we het dan over vertrouwen en niet over weten dat we iets kunnen? Ik weet dat ik kan fietsen. Daar kan ik op vertrouwen. Maar eigenlijk denk ik in dat kader nooit aan vertrouwen. Als ik aan fietsen denk dan komt het hele begrip vertrouwen niet naar boven.
Vertrouwen in mezelf komt eigenlijk veel meer naar boven als ik het niet weet, maar denk dat het me wel goed afgaat. Ik weet niet of ik kan parachute springen, maar ik vertrouw er op dat het wel goed komt. Vertrouwen in je handelen, je kunnen, is maar één aspect van zelfvertrouwen.
Vertrouwen in jezelf kent eigenlijk 2 aspecten. Vertrouwen in wat je kan en vertrouwen in wie je bent. Kunnen en Zijn. Als het over vertrouwen in wie je bent gaat, over vertrouwen in je zijn, dan gaat het grotendeels over onvoorwaardelijkheid. Over jezelf onvoorwaardelijk toestaan. Over jezelf onvoorwaardelijk geven. Als die onvoorwaardelijkheid er is, dan doet het thema vertrouwen er helemaal niet meer toe. Zodra vertrouwen gaat spelen is die onvoorwaardelijkheid gebroken.
In zelfvertrouwen komt waarschijnlijk het meest duidelijk het oordelend vermogen naar voren. Je oordeelt over jezelf in wie je bent en wat je kan. En daardoor ontstaat er wel of geen vertrouwen. Als je dat oordeel kan loslaten, dan kan je jezelf weer onvoorwaardelijk geven. Dan is er ook een grenzeloos vertrouwen in wie je bent en wat je doet. Je bent en handelt dan vanuit jezelf.
Dat is de kip en het ei.
Vertrouwen in de coach/gecoachte relatie
In de relatie tussen coach en gecoachte komt heel vaak het thema "vertrouwen" naar boven. Het grote misverstand is dat er steeds een basis van vertrouwen tussen coach en gecoachte moet zijn voordat een coachrelatie succesvol kan zijn. In die relatie tussen coach en gecoachte kan van alles en nog wat gebeuren. Om te beginnen verwacht de gecoachte vaak dat de coach iets kan bijdragen omdat hij/zij het beter weet. Dat is al snel een behoorlijk verkeerd uitgangspunt voor die relatie. De gecoachte neemt dan een ouder/kind relatie in. De gecoachte is het kind en de coach speelt de rol van vader of moeder. Een andere vorm die vaak naar boven komt is de dokter/patiënt verhouding. De gecoachte verwacht dat de coach voor zijn/haar problemen een pil heeft waarmee het probleem zich niet meer voordoet. In wat voor soort relatie ook, de gecoachte zal meestal proberen de coach een plaatsje te geven. Het maakt niet uit of dat nou de plek van ouder of dokter is, als de gecoachte de coach maar kan plaatsen, want dan weet de gecoachte wat hij/zij aan de coach heeft. Wat je als gecoachte van je coach mag verwachten. Dan is er vertrouwen.
Wat ik als grote kunst van mijn coachen beschouw, is juist om steeds weer een andere positie ten opzichte van de gecoachte in te nemen. Door steeds weer een andere rol in te nemen (van vader, dokter, leermeester, vriend, vijand, steunpilaar, etc.) probeer ik beweging in de relatie tussen mij en de gecoachte te houden. Doordat er beweging blijft valt er steeds weer wat nieuws te ontdekken. Juist door niet te weten wat je van elkaar kunt verwachten ontstaat er een constant zoeken. En dat zoekproces is waarvoor mensen komen.
Wat je als gecoachte zeker weet is dat alles wat er besproken wordt, tussen die vier muren blijft. In zekere mate kan er dus vertrouwen zijn. Aan de andere kant is het helemaal niet veilig om die ruimte tussen die vier muren te betreden, want je weet nooit wat er gaat gebeuren. Daarin wordt dan ook duidelijk dat vertrouwen iets met veiligheid te maken heeft.
Vertrouwen is het ontbreken van angst
Als je goed naar je vertrouwen kijkt, dan ontstaat er inzicht. Juist een "containerbegrip" zoals vertrouwen verschaft dat inzicht, omdat er zoveel aan vast zit. Hoe je ten opzichte van jezelf staat en hoe je ten opzichte van de wereld staat. Zowel tegenover een wildvreemde als iemand heel dicht bij.
Juist door eens te kijken naar wat het met je doet als je vertrouwen geschonden wordt, kom je tot grote ontdekkingen. Bijvoorbeeld dat je boos bent over het vertrouwen dat geschonden is. Boos dat je toch die machine hebt gekocht omdat je die verkoper vertrouwde en dat uiteindelijk niet datgene bleek te zijn wat je nodig had. Dan ben je niet meer boos over wat er daadwerkelijk gebeurd is (je hebt een machine gekocht die je niet wilde hebben) maar over het geschonden vertrouwen. Vertrouwen kan je dus snel uit de realiteit weghalen en bovendien nog eens een extra laag over de realiteit heen leggen.
Eigenlijk is het zo dat als je het "nodig hebben van vertrouwen" geen voorwaarde voor je leven meer is, dan ben je een grote stap dichter bij vrijheid.
Misschien is de conclusie wel dat vertrouwen hebben, het ontbreken van angst is. Jezelf niet meer laten leiden door Angst. Want als er geen angst is, je niet meer bang bent, waarom zou je dan nog vertrouwen nodig hebben?